Vervolg literatuur
- Wattjes, J.G., Constructie van gebouwen. Deel 4: Ramen, deuren, kozijnen. Amsterdam (Kosmos), z.j. (voorwoord 1932)2e druk. [387 blz. ISBN -]. Hierin o.a.: "Schuifraamkozijnen", blz. 118-128
- Jellema, R. & M.C.A. Meischke & J.A. Muller (red.), Bouwkunde. Leerboek voor het middelbaar technisch onderwijs, deel 1. Delft (Waltman), z.j. (1952)5e druk. [452 blz. ISBN -]. Hierin o.a.: "Kozijn met schuivend onderraam", blz. 176-181, "Kozijn met schuivend bovenraam", 181
- Berends, G., "De oudste schuifraamkozijnen". In: Restauratievademecum, RV-blad Kozijn 03, blz. 1-10 (de oudste voldragen schuiframen (dat wil zeggen zonder tussendorpel), daterend uit het einde van de 17de eeuw hebben samengestelde kozijnstijlen, waarvan er een aantal wordt behandeld) [lit.verm. in Jaarboek Monumentenzorg 1996, blz. 301]
- Hemert, Ries van, Kozijnen, ramen, deuren, luiken. Handboek voor timmerlieden betrokken bij restauraties van monumenten. Amsterdam (Nationaal Restauratie Centrum), 2003. [267 blz. ISBN 90.77019.06.5]. Hierin: blz. 208-210
- Korevaar, A., & A. Bijls & M. Gout & L. Stijnen, Bouwkundige Encyclopedie. Tweede deel: L - Z. Amsterdam, Brussel (Elsevier), 1954. [691 blz. ISBN -]. Hierin "Schuifraam": blz. 367-377
- Arendzen, G. & J.J. Vriend, Bouwkunde. Deel 1, hand- en studieboek voor den bouwkundige en den timmerman. Amsterdam (Kosmos), z.j. [577 blz. ISBN -]. Hierin "Schuiframen": blz. 380-389
- Gemeentelijke Monumentencommissie Utrecht, 1931, Zestiende vergadering, gehouden op 14 October, verslag nr 56, (handschrift, 1928-1937 in 1 band gebonden). [9 blz.]. Hierin "Verbouwing gebouw Janskerkhof 13": blz. 3-8 ("De Twentsche Bank overweegt de ramen van het hoofdgebouw van een roe-verdeeling te voorzien naar 18de eeuwsche indeeling. Thans zijn in den voorgevel spiegelramen en in den zijgevel ramen met een 19de eeuwsche indeeling." Er zijn geen sporen gevonden van kruisramen, maar de commissie betwijfelt of die er niet toch te vinden zijn. De vraag is of de in het verleden de oorspronkelijke kruiskozijnen verwijderd zijn of verbouwd tot schuiframen. Ook is niet duidelijk of de kruisramen glas in lood gehad hebben of roeden en kleine ruitjes. "Zekere voorbeelden van originele kruisramen met glas in lood uit het midden van de 17e eeuw zijn er niet meer; wèl met houten roetjes. Wellicht zou in dit gebouw de 18de eeuwsche zaal als een bezwaar gevoeld worden tegen de toepassing van kruisramen. Daarentegenover kan men echter stellen, dat de eenheid van den gevel moet voorgaan." In de discussie speelt ook een rol dat een bankgebouw veel licht nodig heeft; kruiskozijnen geven 1/3 minder licht. De commissie kiest uiteindelijke voor schuifvensters. De bank blijkt spiegelglas te willen toepassen. "De heer Labouchere zou liever gewoon glas zien gebruikt. Dit heeft altijd iets meer leven dan spiegelglas." De bank blijkt hiertegen geen bewzaar te hebben.)
(klik hier voor de tekst, PDF, 3 MB)
- Registervermelding: "Schuiframen - A.J.A.M. Lisman", in: Maandblad Oud-Utrecht, 1974, blz. 64.